Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


hisparc:software:software_tabbladen:tab_events_settings

Algemene regel; de reden dat heel veel instellingen/de metingen van de detector negatief zijn is omdat het wordt doorgegeven als electronen en die zijn negatief geladen. Dit geldt bijvoorbeeld voor de grafieken bij Events/Settings maar ook bij de drempelwaarden.

Events/Settings

Figuur 1.1 is het tabblad Events/Settings. Hier staat bijvoorbeeld hoeveel muonen met een bepaalde impuls sterkte, binnen komen in een grafiek gezet. (Met op de X-as microseconden en op de Y-as het aantal milliAmpère) Wat kunt u hier doen? Hier staat eigenlijk de samenvatting van alle instellingen die u in het programma hebt ingesteld. Wat u hier kan veranderen is de grafiek en hoeveel deeltjes er binnen mogen komen.

Figuur 1.1:Events/Settings

"Trigger Settings"

Hier kunt u bepalen hoeveel signalen van muonen en andere deeltjes in de grafiek word weergegeven met een negatieve puls. De basis instellingen die wij gebruiken is links “2 low signals”. Rechts gebruik je niet dus daar hebben we staan “don't use high threshold” (We gebruiken niet de hoge drempelwaarde). Ook wil je geen external trigger (externe puls). Dit zet je uit door de functie “don't use the external trigger”. (Figuur 1.2)

Figuur 1.2: Trigger Settings met standaard instellingen.

"Time window"

………….Figuur 1.3 Hier is ingesteld hoeveel tijd hij na een meting(coincedence) moet laten zien.

Figuur 1.3: Time window met standaard instellingen.

Master device

Threshold

Onder het kopje Threshold kan je de drempelwaarde instellen. (Figuur 2.1) Dit wil zeggen dat als je bijvoorbeeld als drempelwaarde -30 instelt, dat hij alles onder de -30 toont in de grafiek. De drempelwaarde van -70 staat voor wanneer hij het moet rekenen als een sterke impuls.

Figuur 2.1: Threshold

Intergrator times

……… (Figuur 2.2)

Figuur 2.2: Intergrator

Photomultiplier tube

Hier word aangegeven hoe het gaat met de PMT (Photomultiplier tube) (Kijk hier voor de werking van de PMT).

Figuur 2.3: Photomultiplier tube (PMT)

Comp. Thresh.

Hier staat hoe de balans is tussen de hoge en de lage drempelwaarde. Deze twee moeten niet al te veel verschillen aangezien het anders geen vergelijking meer is.

Figuur 2.4: Comp. Thresh.

Slave device

Aangezien we geen slave device hebben, (zie hier voor uitleg) kunnen we de rechtse, onderste tabel nog niet gebruiken. (zie figuur 3).

Figuur 3: Slave device error

Master

GPS timestamp

Geeft aan hoe laat en wat de datum is. (Bij ons is dat verkeerd ingesteld)

Trigger pattern

Dit geeft aan wat er binnen komt. Bijvoorbeeld bij Figuur 4 werd de lage drempelwaarden van beide detectoren overschreden.

buffer database connected?

Dit lampje moet groen kleuren anders krijg je geen pulsen binnen. Kleurt het rood? Kijk dan hier om het te verbeteren.

Figuur 4
hisparc/software/software_tabbladen/tab_events_settings.txt · Laatst gewijzigd: 2017/10/28 16:23 door gerritadm